De Fiscus: Belangrijke wijzigingen in 2016
Wat kunnen we leren van vorig jaar en daarmee belastingvoordeel behalen voor de komende jaren?
Arbeidskorting:
Een heffingskorting wordt afgetrokken van het belastingbedrag dat je moet betalen.
De arbeidskorting is flink omhoog gegaan. Van maximaal € 2.220 naar maximaal €3.103
Voor mensen jonger dan de AOW-leeftijd.
Dat is een voordeel voor de meeste mensen behalve voor de hoge inkomens boven de €111.590.
Bij die groep van hoge inkomens is de arbeidskorting € 0. In 2015 kregen die nog €184.
Belastingtarief 2e en 3e schijf
Deze waren 42% maar zijn verlaagd met 1,6% en zijn nu 40,4%.
Doordat de derde schijf langer doorloopt, d.w.z. je kan bij een hoger inkomen dan in 2015 nog in de derde schijf vallen, zodat je niet snel in de 4e schijf komt met 52% belasting.
Pas bij een inkomen dat hoger is dan € 66.421 val je in de 4e schijf.
De schijfverlenging bespaart je maximaal € 1.025 als je een inkomen hebt vanaf €66.421
Nadeel is dat de teruggaaf ook minder kan worden. Bijv. de rente van een hypotheek kan dan voor 40,4% afgetrokken worden i.p.v. 52%. Over het algemeen is de voorlopige aanslag daardoor verlaagd waar dit van toepassing is in 2016.
Extra heffingsvrij vermogen is vervallen voor AOW-ers: te weten de ouderentoeslag
Nadeel kan zijn dat je hierdoor sneller boven de vrijstelling van de vermogensgrens van €24.437 komt in box 3. Daarmee kan je ook het recht op huurtoeslag verspelen.
De ouderenkorting bij een inkomen lager dan €35.770 is in 2016 €1.187
Bij een inkomen hoger dan €35.770 is dat slechts € 70
Oplossingen:
Met behulp van het benutten van alle aftrekposten in je aangifte van 2016 kan je net onder het inkomen van
€35.770 uitkomen zodat je toch recht hebt op die hoge korting. Kan zo €1.117 euro schelen.
Hoe had voorkomen kunnen worden dat je net boven de vermogensgrens uit komt in je aangifte 2016?
Als je nog een uitgave gedaan had voor het eind van het jaar 2016, bijvoorbeeld een vooruitbetaling premies zorgverzekeringen, had je net onder de vermogensgrens uit kunnen komen van €24.437 waardoor je toch recht zou hebben op huurtoeslag. Dat had veel geld kunnen schelen.
Bij de vaststelling van het vermogen wordt gekeken naar de datum 1-1. Dus om dit laatste toe te passen ergens aan het einde van het jaar 2017, heb je daar pas profijt van in je aangifte van 2018! Dus dat is even anticiperen!
Verder is het nog wel zo dat in 2017 het fictief rendement anders word t.o.v. de afgelopen jaren.
Tussen de € 25.000 en € 100.000 betaal je dan 2,9% i.p.v. 2,1% boven een vermogen van 21.330
Bij meer dan € 100.000 wordt het percentage verhoogd naar 4,7%.
Boven het miljoen wordt het 5,5%
De belastingheffing van 30% over het fictief rendement blijft wel gelijk!