Wijzigingen inkomstenbelasting 2019
De eerste schijf is iets verhoog en wordt nu 36,65%
De tweede en derde schijf worden 38,10%.
De vierde schijf daalt naar 51.75%.
-
- De algemene heffingskorting stijgt met € 212 in de eerste schijf en bouwt af naar € 0 bij een inkomen in box 1 van € 68.507. Voor AOW-ers wordt de stijging € 111.
- De algemene heffingskorting is een korting op de belasting die je moet betalen.
- Tot € 20.384 is de algemene heffingskorting € 2.477. Voor AOW-ers is dit € 1.268.
- Hoe hoger je boven € 20.384 komt, hoe minder de korting. Bij € 68.507 is die dus € 0.
-
- De arbeidskorting krijg je alleen als je werkt en is afhankelijk van je inkomen.De maximale arbeidskorting stijgt in 2019 met € 150 tot € 3.399, maar bouwt ook sneller af. Per saldo profiteren werkenden met een inkomen tussen circa € 10.000 en € 41.000 hiervan. Is je inkomen hoger dan € 90.000 dan is je arbeidskorting € 0.
- Werkende AOW-ers hebben recht op een arbeidskorting van maximaal € 1.740.
-
- Om in aanmerking te komen voor de Inkomsens Afhankelijke Combinatie Korting moet je bij de gemeente een kind hebben ingeschreven op je woonadres. Het kind moet op
- 1 januari jonger zijn dan 12 jaar.
- Je arbeidsinkomen moet hoger zijn dan € 4.993. Je hebt er ook recht op als je in aanmerking komt voor de zelfstandige aftrek. Bij een fiscale partner heeft degene met het laagste arbeidsinkomen er recht op.
- De inkomensafhankelijke combinatiekorting (I.A.C.K) begon met een basisbedrag en nam vanaf dat bedrag langzaam toe tot het maximumbedrag. Vanaf 2019 heb je recht op de I.A.C.K bij een arbeidsinkomen vanaf € 4.993 met een opbouwpercentage van 11,45% * (arbeidsinkomen – € 4.993), waarbij de maximale korting van € 2.835 wordt bereikt bij een arbeidsinkomen € 29.752 en hoger.
-
- In 2019 gaat de maximale ouderenkorting met € 178 omhoog naar € 1.596 tot een verzamelinkomen van € 36.783. Daarnaast verdwijnt de ‘harde afbouw’ van de ouderenkorting. Voorheen daalde de ouderenkorting in één keer bij het overschrijden van het grensbedrag. Vanaf 2019 bouwt de ouderenkorting vanaf een verzamelinkomen € 36.783 geleidelijk af met een afbouwpercentage van 15% tot € 0 bij een inkomen van
- € 47.436. Het verzamelinkomen is het totaal van je inkomsten en aftrekposten uit de
- 3 boxen, zonder eventuele verrekenbare verliezen uit vorige jaren. Je krijgt de ouderenkorting automatisch als je aangifte doet.
-
- De uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de partner zonder of een klein inkomen wordt in 2019 verder afgebouwd met 2,633% x (belastbaar inkomen uit werk en woning – € 20.384). Tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.384 is de korting € 2.477. Bij een hoger inkomen begint de afbouw. Bij een inkomen van
- € 68.507 is het € 0.
- Voor een AOW-er is de korting maximaal € 1.268.
-
- In 2019 wordt het tarief waartegen de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in de vierde belastingschijf kunnen worden afgetrokken opnieuw met 0,5% verlaagd. In 2019 bedraagt het tarief voor de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning 49% voor zover de aftrek plaatsvindt tegen het tarief van de vierde schijf.
- Dit geldt bij een inkomen hoger dan € 68.507.
- De tariefaanpassing geldt voor de hypotheekrente en voor de overige aftrekposten van de eigen woning. Zoals voor notaris en advieskosten bij afsluiten van een hypotheek.
-
- Met ingang van 1 januari 2019 is de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld beperkt. Dit wordt ook wel de Wet van Hillen genoemd.Deze aftrek wordt over 30 jaar geleidelijk afgebouwd. De aftrek wordt jaarlijks met 3⅓% verlaagd. In 2019 bedraagt de aftrek 96⅔% van het saldo eigen woning. Je hebt er recht op als het E.W.F hoger is dan de aftrekbare kosten.
-
- Het eigenwoningforfaitpercentage is gekoppeld aan de prijsontwikkelingen op de woningmarkt. Het is een percentage van de WOZ-waarde van de eigen woning die uw hoofdverblijf is. Doordat de prijzen van koopwoningen sneller zijn gestegen dan de huren, daalt het percentage voor woningen met een waarde tussen de € 75.000 en
- € 1.080.000 naar 0,65%. Voor een woning van € 1.080.000 is het bedrag € 7.020.
- Voor woningen vanaf € 1.080.000 is de EWF € 7.020 + 2,.35% van de waarde boven de € 1.080.000
-
- Met ingang van 1 januari 2019 is de fiscale aftrek van uitgaven voor monumentenpanden vervangen door een subsidieregeling. Meer informatie hierover vind je op de site van:
- Monumentaal pand
-
- Met ingang van 1 januari 2019 wordt de vrijstelling voor pleegvergoedingen structureel. Dit betreft een vrijstelling voor de vergoedingen die pleegouders ontvangen voor de verzorging en opvoeding van pleegkinderen. De vergoeding kan je aanvragen via de organisatie die het pleegkind plaatst. Bij een pleeggeldvergoeding heb je geen recht op kinderbijslag en daardoor ook niet op kindgebonden budget.
- Ook bij een bijstandsuitkering wordt de pleegvergoeding niet als een inkomstenbron gezien.
-
- Met ingang van 1 januari 2019 zijn de maxima van de vrijwilligersregeling verhoogd. Vrijwilligers kunnen een onbelaste vrijwilligersvergoeding krijgen van maximaal € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar. De maximum uurvergoeding is verhoogd naar
- € 5. Je moet wel 22 jaar of ouder zijn.
- Als je jonger bent dan 22 jaar is dan is de maximale uurvergoeding € 2,75. De rest is hetzelfde. De organisatie waarvoor je vrijwilligerswerk doet hoeft het niet aan de Belastingdienst door te geven.
- Je mag met een Bijstandsuitkering ook vrijwilligerswerk doet zonder dat je gekort wordt op de vergoeding.
- Als je voor meer organisaties vrijwilligerswerk doet, en daardoor boven de € 1.700 komt, dan moet je de vergoeding opgeven in je belastingaangifte. De vrijwilligersregeling is dan niet meer van toepassing.
- Bij belastingplichtigen die tijdig (voor 1 mei na afloop van het belastingjaar) een correcte aangifte inkomstenbelasting indienen, wordt vanaf 2019 geen belastingrente in rekening gebracht. Dit was al praktijk, maar is nu ook in de wet opgenomen. Als de aangifte niet correct is dan wordt er mogelijk wel belastingrente gerekend.
- Als de aanslag na 1 juli wordt opgelegd betaal je rente. De rente wordt berekend van 1 juli tot 6 weken na de datum van de aanslag. Het rentepercentage is 4%.